De originele 911: het meesterwerk uit Zuffenhausen.
Op 27 november (28 november Nederlandse tijd) presenteert Porsche de achtste generatie van de 911 in Los Angeles, 55 jaar na het debuut van de oorspronkelijke 911. Reden genoeg dus om terug te blikken op de 7 voorgaande generaties.
Op 12 september 1963 werd op de Autotentoonstelling van Frankfurt een legende geboren. Porsche presenteerde er de langverwachte opvolger van de 356. De sportwagen die oorspronkelijk bekend stond als 901 betekende de opstap naar een hogere klasse. Hij had namelijk een luchtgekoelde zescilinder boxermotor in plaats van de viercilinder van zijn voorganger. De zescilinder leverde een vermogen van 130 pk. De nieuwe Porsche kwam door een naamgevingskwestie met Peugeot op de markt met de naam 911 en werd direct omarmd als ‘een echte’, vooral omdat de prestaties alle verwachtingen overtroffen. En zo stonden alle seinen op groen voor een ongekende internationale carrière.
Snelle uitbreiding
De 911-range groeide snel. Met de introductie van de 911 Targa in 1975 sprong Porsche op zijn eigen, pragmatische manier in op de Amerikaanse discussie over de (on)veiligheid van cabriolets. De 911 Targa was met zijn ruim 20 cm brede rolbeugel, een uitneembaar dakpaneel en een uitritsbare mini softtop (de soft window) de eerste ‘safety-cabriolet’. Al snel volgde ook een versie met een panoramische, verwarmde achterruit. De naam ‘Targa’ was afgeleid van de legendarische Targa Florio-straatrace op Sicilië. Porsche had die race toen al vier keer gewonnen
Design en innovatie
In 1966 introduceerde Porsche de 160 pk sterke 911 S, die was voorzien van de inmiddels legendarische Fuchs-velgen. Deze wielen waren zeer innovatief: ze werden uit één stuk gesmeed waardoor ze veel lichter waren dan conventionele velgen. Door de combinatie van technologie en design is de ‘Fuchs’ misschien wel het beroemdste wiel uit de geschiedenis van de auto. In de herfst van 1967 rondde Porsche het 911-gamma naar beneden af met de 110 pk sterke 911 T. Tegelijkertijd werd de 911 E met benzine-injectie gepresenteerd. Daarmee was Porsche de eerste Duitse fabrikant die kon voldoen aan de strenge Amerikaanse emissie-eisen.
Volgende mijlpaal
Het continu verfijnen en verbeteren van de 2+2 leidde halverwege 1968 tot een nieuwe mijlpaal. Vanaf het modeljaar 1969 kreeg de 911 een 57 mm langere wielbasis (2,27 m), die voor een rustiger weggedrag zorgde. Het ‘tweeliter-tijdperk’ eindigde ook in 1969. Door een 4 mm grotere boring nam de cilinderinhoud van de zescilinder boxer toe tot 2.195 cm3. In 1972 groeide de inhoud tot 2,4 liter en werd de 911 geschikt voor het gebruik van normale benzine. Op dat moment varieerden de vermogens van 130 tot 190 pk.
Legendarisch topmodel: 911 Carrera RS 2.7
Het topmodel van de eerste generatie 911 was Carrera RS 2.7 met zijn opvallende ducktail-achterspoiler. Samen met het lage gewicht (1.000 kg), het hoge vermogen (210 pk) en de topsnelheid van 245 km/u werd de 911 Carrera RS 2.7 een legende op zich. In totaal produceerde Porsche 1.525 exemplaren van de 911 Carrera RS 2.7.
Infographic
Tussen 1963 en 1973 werden in totaal 111.995 911-modellen van de eerste generatie gebouwd.
